(bijvoeglijk naamwoord, bijwoord)

1 Veelkleurig, gespikkeld, gevlekt: hij maakt het te bont te erg

2 Samengesteld uit ongelijksoortige delen; = gemengd: de bonte was; een bonte menigte; een bonte avond met afwisselende voorstellingen, sketches e.d.

Mevrouw de bonte was een van de medewerkers op de kaarsenmakerij. Een flamboyante, vrolijke en veelzijdige dame. Helemaal passend bij de betekenis van “bonte”: veelkleurig en gemengd, wat we bij werkdag omarmen en waar we voor staan. Iedereen is welkom, iedereen is uniek en iedereen heeft zijn of haar eigen krachten en sterkte punten. Al snel werd daarom de beslissing genomen om de naam van mevrouw de bonte te gebruiken voor ons label, omdat dit op zoveel vlakken passend is.

Pip, medewerker van het eerste uur, verteld; In het verleden heb ik gewerkt als werkbegeleider textielatelier. Een ontwerpster bedacht toen de producten die we maakten. Ook voor de marketing en de naam van het huismerk werden professionals ingeschakeld.

Ik herinner me nog de stress die we hadden. Een nieuwe sjaal ontworpen door een ontwerpster, voor de bovenkant van deze sjaal werden tweedehands sjaals gebruikt en voor de onderkant fluweel. Lastig te verwerken materiaal, waar zelfs een ervaren coupeuse het al Spaans benauwd van krijgt. Laat staan voor nieuwe medewerkers die nog nooit een schaar of naaimachine hadden aangeraakt. Voor mij is het belangrijk om de makers meer in de schijnwerpers te laten staan.